De eetbare tuin

Het moestuintje

Slow food

Slow food is het tegenovergesteld van de snelle, makkelijke hap die meestal in de frituurpan wordt bereid. Er is zelfs een Slow Food beweging, die onder andere op de bres springt voor pure ingrediënten en een traditionele (langzame) manier van bereiden. Het resultaat: meer vitaminen, gezonde vetten en meer smaak aan je maaltijd.

Is dit nu de reden waarom we massaal gratis moestuintjes sparen bij de supermarkt? Misschien. Ik vind het vooral leuk om te zien hoe zo’n zaadje uitgroeit tot iets eetbaars. Maar het allerleukste is het eten van je eigen oogst. Geen ritje ’s middags naar de supermarkt, maar verse groente uit eigen tuin.

Wil jij ook genieten van je eigen biologische groente? In deze blog geef ik je een paar tips waarmee je een moestuin begint.

  1. De juiste plek
  2. Maak een plan
  3. Fijn gereedschap
  4. Weer of geen weer
  5. Plagende diertjes

1. De juiste plek

We beginnen met grond. Dit lijkt misschien simpel, maar weet jij wat voor grond je in jouw tuin hebt? Is het leem, klei- of zandgrond? De grond voedt je plant en iedere grondsoort heeft andere eigenschappen en voedingsstoffen. Klei houdt goed vocht vast, maar leem en zand zijn iets makkelijker te bewerken. Door compost aan je grond toe te voegen, krijgen je planten meer voedingsstoffen. Je kunt zelf compost maken, informeer bij de gemeentelijke vuilstort of ze het hebben of koop het bij een speciaalzaak. Bepaal in de laatste twee gevallen hoe belangrijk de kwaliteit van de compost voor je is.

Ook op een balkon kun je een moestuin aanleggen. Dit doe je door verticaal te tuinieren. In mijn blog Zelf bloembakken maken leg ik uit, hoe je van een pallet een verticale tuin maakt. Hier kun je met gemak sla, andijvie en aardbeien in kwijt. Zonnestralen geven je groente- en fruitplanten de warmte die ze nodig hebben. Zorg er dus voor, dat ze een zonnig plekje krijgen.

2. Maak een plan

In mijn blog Hoe creëer je jouw unieke look in de tuin? lees je hoe je een tuinontwerp maakt. Dit kun je ook doen voor je moestuin. Kies een plantenmix waarmee je verschillende maaltijden kunt bereiden. Die twintig slaplantjes zijn allemaal tegelijk goed en zelfs de grootste slaliefhebber heeft er na een paar dagen genoeg van. Wissel dus af in plantensoort én zaai- en plantperiode.

Test ook de zuurgraad van je grond. Ga als een echte laborant aan de slag met een kant-en-klare pH-bodemtest uit de winkel. Aardappelen, aardbeien en rabarber houden bijvoorbeeld van zure grond, maar wortelen en uien groeien beter in neutrale grond. Met kalk en mest kun je de zuurgraad van de grond beïnvloeden. O ja, houd in je plan ook rekening met je vakantie. Het zou toch jammer zijn als je moestuin helemaal verdort.

3. Fijn gereedschap

Als je alleen bloembakken hebt, kun je het onderhoud af met een gieter, tuinnet en binddraad. Is je moestuin wat groter, maak het jezelf dan makkelijk met het juiste gereedschap. Met een schep, hark, bezem en een schoffel kom je al een heel eind. Soms heb je ook stokken nodig om je planten aan op te binden. Verwijder na gebruik de grond van je gereedschap en bewaar ze op een droge plek, bijvoorbeeld in een tuinkast. Dan kun je er een leven lang plezier van hebben.

4. Weer of geen weer

Bij droogte heeft je tuin extra water nodig en soms wat extra schaduw. Wie nu denkt dat je vrij bent als het regent, heeft het mis. Controleer of je netten niet te zwaar geworden zijn door de regen en je planten nog voldoende beschermen tegen hongerige vogels. Jonge plantjes zijn heel kwetsbaar dus zet ze in een kas tot ze groot genoeg zijn. Of bescherm ze met plastic schermen. Na een zomerse regenbui is je tuin groener dan ooit. Helaas is ongeveer de helft onkruid dat veel sneller groeit dan jouw groente en fruit. Haal al het onkruid weg, het richt alleen maar schade aan. Ik zie wel eens dat onkruidplantjes eruit worden getrokken en op de grond voor dood worden achtergelaten. Schijn bedriegt! Met een beetje regen en grond groeien ze gewoon weer verder.

5. Plagende diertjes

Luizen, mieren en slakken zitten in iedere tuin. Ze eten, eten en eten tot er niets meer van jouw moestuin over is. Daar doe je toch niet al die moeite voor? Met een paar simpele maatregelen kun je veel ellende voorkomen. Zaag een plastic fles in ringen en zet die ringen over je planten heen. De meeste slakken hebben geen zin om er overheen te klimmen. Ze houden ook niet van vermalen eierdoppen en koffieprut.

Luizen pak je aan met een jas van maïzena. Strooi het over de plant en vergeet ook de onderkant van de blaadjes niet. Hierdoor kunnen ze moeilijker bewegen. Of spuit de plant af met een mengsel van mild sop en water, maar pas op dat de plant niet verbrandt. Mieren kweken hun eigen luizen, omdat ze gek zijn op de zoete stof die de luizen afscheiden. Jaag de mieren weg door te strooien met pepermunt of schenk heet water op het nest. Ook kun je plantenstengels insmeren met vaseline, zodat ze niet bij de blaadjes kunnen komen. ­Zo zijn er nog veel meer biologische manieren om plagen in je moestuin te overwinnen.

Een moestuin is niet alleen gezond dankzij de vitaminen die erin groeien. Tuinieren is ook heel ontspannend voor wie onthoudt, dat succesvol tuinieren begint met accepteren dat niet alles volgens het boekje gaat.

Heb jij nog tips voor een gezonde moestuin? Deel ze met ons op onze Facebookpagina.

 – Saskia –

Like ons om meer updates te ontvangen en geen blog te missen